woensdag 17 april 2013

Thuis

Sinds Max op de Brink woont is hij niet meer thuis geweest. Niet alleen omdat wij bang zijn dat hij weer in zijn oude gedrag van automutilatie zal vervallen. Maar hoe moet je uitleggen dat zijn huis zijn thuis niet meer is? Hoe moet je uitleggen dat hij even thuis mag zijn maar dat hij dan weer weg moet? Hoe lang is 'even'? Dus gaan wij zo vaak mogelijk bij Max op bezoek. Hoe dan ook, afscheid nemen blijft afscheid nemen. En zelfs de autist onder ons die van het afscheid een ritueel heeft gemaakt -als hij zwaait kan ik gaan-  probeert het soms te rekken.
Vaak nemen we Max mee voor een uitstapje. Naar het zwembad of het voetbalveld of als het mooi weer is wandelen of fietsen naar het dorp. Want door de week is er bij dagbesteding van alles te beleven maar de weekenden zijn soms lang. Toen Max nog kon lopen maakten hij en z'n huisgenoten vaak een ommetje: één rolstoel geduwd door een huisgenoot, de andere rolstoel door de begeleider en Max huppelde er wat omheen. Nu Max ook rolstoelgebonden is is dat haast niet meer te doen als alle cliënten thuis zijn. Gelukkig zijn de begeleiders heel inventief en samen met de buren proberen ze zo vaak mogelijk een frisse neus te halen. Bijvoorbeeld naar de speeltuin of naar de kinderboerderij.
Als je Max vraagt wat hij het liefste wil is dat Ome Willem kijken bij Oma Diet en Opa Dolf. Daar is alles nog zoals het was: de stoel  voor de buis met cola en lekkers terwijl Oma Diet op verzoek de zapper bedient en alle oude vertrouwde videobanden afspeelt. Zo voelt Max zich thuis: